
Wams maakt coördinerende rol gemeenten eenvoudiger!
Gemeenten die hulp aan mensen en gezinnen met een meervoudige problematiek integraal willen oppakken, lopen tegen een aantal moeilijkheden aan. Bijvoorbeeld problemen met de AVG als ze persoonsgegevens tussen verschillende domeinen willen delen. De wet Aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) gaat gemeenten helpen hun coördinerende rol beter op te pakken. In dit artikel lees je meer over wat deze wet regelt, welke vragen er nog zijn en hoe je je op de wet kunt voorbereiden.
Wet Aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams)
Het plan is dat de Wams in 2022 in werking treedt. De wet verankert de coördinerende taak van het college van B en W als het gaat om hulp aan kwetsbare mensen. De wet geeft daarmee een juridische grondslag voor de verzameling, verwerking en deling van noodzakelijke persoonsgegevens over de domeinen heen. Daar is veel behoefte aan. Op dit moment weet een medewerker vaak wel dat een persoon of gezin vanuit een andere plek in de organisatie hulp krijgt, maar niet wat die hulp is. Dit moet met de wet verbeteren. Verder staat er in de wet onder andere dat gemeenten moeten zorgen voor een meldpunt waar mensen kunnen aangeven dat ze zich zorgen maken over zichzelf of anderen.
Gegevensuitwisseling blijft maatwerk
Een belangrijke voorwaarde voor het delen van gegevens is wel dat dit voor de hulp noodzakelijk is. Het gaat daarbij om mensen die je als gemeente al in beeld hebt. De Wams is niet bedoeld om zomaar alle gegevens van alle mensen uit alle domeinen met elkaar te verbinden. En de wet regelt ook niet dat je als gemeente zelf een scan mag uitvoeren om mensen die misschien hulp nodig hebben, in beeld te krijgen. Gegevensuitwisseling blijft dus, ook onder de Wams, maatwerk.
Via inwoner of medewerker
Als een inwoner zich meldt bij de gemeente, kan blijken dat hij of zij van meerdere gemeentelijke diensten of instanties hulp nodig heeft. Het college is dan voortaan verplicht dit te onderzoeken en daar de inwoner en eventuele gezinsleden bij te betrekken. Een onderzoek naar meervoudige hulp kan ook gestart worden door een medewerker of een andere zorgprofessional. Dat kan bij meervoudige problematiek. Zo’n onderzoek wordt dan ‘voor zover mogelijk’ in samenspraak met de cliënt uitgevoerd. Ook als een cliënt niet wil meewerken, kan bij complexere meervoudige problematiek een onderzoek ingesteld worden naar meervoudige hulp (inclusief het delen van gegevens) als dat nodig is.
Werkplan en coördinator
Heeft een cliënt hulp nodig vanuit meerdere diensten uit het sociaal domein? Of voor meerdere gezinsleden? En helpt een gecoördineerde aanpak de problemen van de cliënt of gezinsleden beter op te lossen? Dan regelt de Wams dat het college een integraal werkplan moet opstellen en een coördinator moet aanwijzen die zorgt voor de gecoördineerde uitvoering. Dat kan de cliënt zelf zijn, maar ook een medewerker van de gemeente of een andere persoon die bij de hulp of de cliënt betrokken is.
Wie is verantwoordelijk?
Momenteel is de Wams nog een wetsvoorstel. Uit de bespreking ervan en de consultatie erover blijkt dat het wetsvoorstel nog wel wat onduidelijkheden kent. Zo vinden sommigen dat het onduidelijk is wie juridisch verantwoordelijk wordt voor de organisatie van de hulp aan mensen of gezinnen met meervoudige problematiek. Hoort de gemeente dat te zijn? Of toch een andere instantie? En als een gemeente verantwoordelijk is, hoe werkt dit dan bij regionale samenwerkingen of gemeenschappelijke regelingen?
Wat is complexe problematiek?
In het wetsvoorstel ontbreekt een definitie voor ‘complexe problematiek’. Dat is bewust gedaan, omdat het om zeer uiteenlopende situaties kan gaan en men wil voorkomen dat wettelijke definities later een belemmering vormen voor het verlenen van de beste hulp. Tegelijkertijd maakt dit het misschien lastig de keuze voor een integrale aanpak, en dus voor het delen van gegevens tussen verschillende diensten, duidelijk te motiveren en te onderbouwen. Het idee is dat het college en andere betrokken partijen hiervoor eigen werkinstructies opstellen, aangepast aan de lokale en regionale context.
Hoe staat het met de vertrouwensrelatie?
Informatie delen om mensen beter te helpen is in principe een goede zaak. Maar het kan in sommige gevallen misschien ook de hulpverlening beperken. Vertrouwen tussen iemand die hulp verleent en zijn of haar cliënt is erg belangrijk. Blijft dat vertrouwen wel bestaan als de cliënt weet dat de informatie die hij of zij geeft, kan worden gedeeld? Als een cliënt dit als een ‘dreiging’ ervaart, kan dit de vertrouwensrelatie en dus de hulpverlening onder druk zetten.
Verhoogt de Wams de administratieve lasten?
De wetgever verwacht dat de Wams het mogelijk maakt hulp en zorg doelmatiger te regelen. Maar creëert het werkplan dat opgesteld moet worden, niet juist heel veel meer bureaucratie? In het verleden hebben administratieve eisen immers vaker tot behoorlijk wat extra administratieve lasten geleid. Kijken we naar de Wams, dan zal veel van de uitvoering afhangen. Als het nieuwe, integrale werkplan de individuele plannen van alle betrokken zorginstellingen en hulpverleners gaat vervangen, kan het de administratieve lasten juist verminderen.
Werk aan de winkel voor gemeenten
De Wams vraagt wel enige voorbereiding van de gemeenten en de ketenpartners. Ze moeten bijvoorbeeld werkinstructies opstellen, zodat medewerkers een goede leidraad hebben om te bepalen voor wie ze een integrale aanpak kunnen en mogen inzetten. Daarbij behoren ook duidelijke regels over de verwerking van persoonsgegevens. En eisen aan de inrichting van het onderzoeksdossier.
Werk aan de winkel voor softwareleveranciers
Ook de software die gemeenten en ketenpartners gebruiken, moet gaan passen bij de Wams en bij de instructies voor gegevensuitwisseling die gemeenten daarvoor opstellen. Dit geldt voor de applicaties die gemeente gaan gebruiken om hun regiefunctie op te pakken, maar ook voor de applicaties waarmee vakinhoudelijke cliënt- en patiëntdossiers worden beheerd. Dat is niet alleen een kwestie van koppelen en juiste rechten regelen, maar zeker ook van eenduidige standaarden en definities afspreken.
Denk aan de Wams bij aanbestedingen
De Wams leidt dus tot veranderende eisen aan de informatievoorziening, de onderlinge gegevensuitwisseling, autorisaties, audits, etc. van gemeenten en ketenpartners. De beoogde inwerkingtreding van de wet is 2022. Dat is volgend jaar. Dus heb je als gemeente de komende periode te maken met een aanbesteding in het sociaal domein? Dan is het verstandig nu al op de Wams te anticiperen en de eisen aan je informatievoorzieningen die daaruit voortvloeien, in de aanbesteding mee te nemen.
Bereid medewerkers op tijd voor
De implementatie van nieuwe wetten, systemen of functionaliteiten in bestaande applicaties is altijd een flinke verandering voor medewerkers. Dit gaat verder dan wat nieuwe regels leren toepassen of nieuwe knoppen leren gebruiken. Met de komst van de Wams moeten zowel medewerkers als applicaties van verschillende diensten dezelfde taal gaan spreken. En er moeten nieuwe werkprocessen ontworpen en geïmplementeerd worden. Begin op tijd met dit verandertraject en stel de medewerkers daarin centraal.
Heb je hulp nodig bij de implementatie van de Wams?
We helpen gemeenten graag bij verandertrajecten en implementaties van nieuwe applicaties. Van het opstellen van de eisen voor aanbestedingen tot en met gebruikersadoptieprogramma’s die medewerkers inspireren en daadwerkelijk in beweging brengen. Daarnaast helpen we gemeenten zicht en grip te krijgen op de vele veranderingen in het sociaal domein. Wil je over dit onderwerp eens van gedachten wisselen? Of heb je vragen over wat de Wams voor jouw organisatie betekent?
Bronnen en handige links voor meer informatie:
Meer weten over de Wams?
Stel je vraag aan Menno. Of laat een bericht achter in de chat.