Voorbereiden op Omgevingswet ondanks complex en onduidelijk DSO

‘Te ingewikkeld en te duur.’ Zo luidde in het kort de kritiek van Bureau ICT-Toetsing (BIT) op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Wat betekent dit voor overheden die zich willen voorbereiden op de Omgevingswet (Ow)?

De zorgen van BIT

In de blog Kritisch rapport over het Digitaal Stelsel Omgevingswet las je dat BIT zich ernstig zorgen maakt over het DSO. Dit DSO dreigt te complex te worden, waardoor het gevaar bestaat dat bepaalde bedrijfsfuncties niet worden gerealiseerd. Het is bovendien de vraag of de functionaliteit wel voldoende aansluit bij de behoefte van gebruikers. En het DSO gaat veel meer kosten dan begroot.

Routeplanner digitalisering bevoegde gezagen

De kritiek van BIT heeft invloed op een flink aantal onderdelen van de ‘Routeplanner digitalisering bevoegde gezagen’. Deze planner is opgesteld door het Informatiepunt Omgevingswet en helpt programmamanagers en informatiemanagers bij de implementatie van de Omgevingswet. In de routeplanner worden zes bedrijfsfuncties onderscheiden:

  1. Besluiten over en beschikbaar stellen Omgevingsdocument (Planvorming)
  2. Toepasbare regels maken
  3. Aanvragen behandelen, besluiten vervaardigen en beschikbaar stellen (Uitvoering)
  4. Één taal, uitwisselen van begrippen en informatie
  5. Gegevensmanagement en beheer
  6. Connectiviteit en Security

De helft van de routeplanner wordt geraakt

Voor elk van de zes bedrijfsfuncties in de routeplanner zijn vaardigheden benoemd. Deze geven aan wat een bevoegd gezag moet kunnen en geregeld moet hebben om het digitaal stelsel tijdig en goed in te richten. Als we de kritiekpunten van het BIT op de routeplanner leggen, zien we dat bijna de helft van de gevraagde vaardigheden hierdoor wordt geraakt. Hieronder is te zien welke vaardigheden per bedrijfsfunctie worden geraakt (oranje gemarkeerd). De volledige omschrijvingen van de vaardigheden zijn te lezen op de website Aan de slag met de Omgevingswet.

Routeplanner digitalisering bevoegde gezagen BIT

Onnodig complexe standaard Omgevingsdocumenten

BIT schrijft dat de nieuwe standaard waarmee Omgevingsdocumenten moeten worden aangeleverd onnodig complex is. Per document moet er veel meer metadata worden aangeleverd dan nu. Alleen al het omzetten van de landelijke documenten kost waarschijnlijk zo’n 35 mensjaar. Bovendien is de standaard nog volop in ontwikkeling, terwijl het systeem al wordt gebouwd. Dit raakt de routeplanner onder andere op deze vaardigheden:

  • B1.2: Kunnen afnemen beschikbare omgevingsdocumenten
  • B1.3: Kunnen opstellen of wijzigen van ontwerp omgevingsdocument
  • B1.4: Kunnen aanleveren van omgevingsdocumenten
  • B1.6: Kunnen ontvangen van validatiegegevens
  • B3.2: Kunnen ontvangen/opvragen van de aanvraag of melding van digitaal stelsel omgevingswet / generieke digitale infrastructuur

Te veel definities in de stelselcatalogus

Overheden moeten op centraal niveau hun begripsdefinities vastleggen en aan elkaar relateren. Hierdoor dreigt er een catalogus te ontstaan met zo’n 80.000 definities. Dit is nauwelijks te beheersen. Verder is het nog onduidelijk of de inhoud van deze catalogus via het DSO kan worden ingezien of organisaties dit zelf moeten regelen. Naast het complexe onderhoud is de onderlinge afstemming tussen overheden van begrippen ook erg ingewikkeld. Dit raakt de routeplanner onder andere op deze vaardigheden:

  • B1.1: Kunnen oriënteren op basis van bijvoorbeeld beschikbare informatie digitaal stelsel omgevingswet
  • B4.1: Kunnen inzien beschrijvende informatie en begrippen (catalogus)
  • B4.2: Kunnen aanleveren beschrijvende informatie en begrippen (catalogus)
  • B4.4: Kunnen valideren t.b.v. hergebruik van reeds beschreven informatie en begrippen (catalogus)

Het aantal vragenbomen neemt exponentieel toe

Het DSO moet regelen dat een gebruiker met één klik op de kaart kan zien wat voor zijn situatie geldt. Vragenbomen in combinatie met slimme algoritmes zorgen daarbij dat de gebruiker alleen relevante informatie ziet. Dit nieuwe systeem kan echter op termijn enkele tienduizenden vragenbomen bevatten. Dit leidt al snel tot fouten. Daarnaast is de integratie van vragenbomen van verschillende bevoegde gezagen erg ingewikkeld. En de informatie moet uit duizenden omgevingsregels komen, die allemaal de juiste metadata moeten krijgen. Dit raakt de routeplanner onder andere op deze vaardigheden:

  • B2.3: Kunnen genereren van business rules/toepasbare regels volgens standaard
  • B3.2: Kunnen ontvangen/opvragen van de aanvraag of melding van digitaal stelsel omgevingswet/ generieke digitale infrastructuur
  • B5.1: Kunnen beheren van eigen aangeleverde informatie (regels, data, terminologie)

Ons advies: doe nu al, wat nu kan

De kritiek van BIT toont aan hoe complex én onzeker het DSO nog is. Dit maakt ook implementatie van de Omgevingswet complex en onzeker. We adviseren daarom een aanpak waarbij je eerst met die onderdelen aan de slag gaat die hoe dan ook moeten gebeuren. En waar je als organisatie zelf direct voordeel van hebt. Denk bijvoorbeeld aan de verbetering van de eigen informatievoorzieningen. Of breng de archivering op alle afdelingen in orde.

Meer weten over de Omgevingswet?

Stel je vraag aan Han. Of laat een bericht achter in de chat.

Consultant
Han Kuiper
Wetten worden vaak met een nobel doel opgesteld: veilig wonen in een schone leefomgeving. Helaas worden wetten vaak zo complex, dat het oorspronkelijke doel uit het oog verloren wordt. Ik maak wetgeving weer begrijpelijk, met als specialisme de Omgevingswet, zodat we veiliger leven in een schoner Nederland.
Pagina delen: