De gevaren van desinformatie voor gemeenten
In de blog Informatiebeleidsplan: trends en ontwikkelingen om rekening mee te houden kon je lezen hoe technische, landelijke en maatschappelijke ontwikkelingen voor grote veranderingen blijven zorgen. We beloofden voor een aantal ontwikkelingen de kansen en hobbels voor gemeenten uit te diepen. In deze blog lees je meer over desinformatie. Wat zijn de gevaren? En hoe kun je je als gemeente tegen wapenen?
Jezelf wapenen desinformatie
Fakenews, oftewel desinformatie, is een term die vaak valt. Het gaat om het opzettelijk verspreiden van misleidende informatie. Dit kan gebeuren door een privaat persoon, maar ook door een overheid of een onderneming. Degene die desinformatie verspreidt, wil de mening van zijn of haar doelgroep over een bepaalde zaak beïnvloeden. Desinformatie kan ook invloed hebben op je werk. Op welke manier gebeurt dit en hoe wapen je je daartegen?
Propaganda
Het gebruik van desinformatie is van alle eeuwen. Denk maar eens aan de propaganda in oorlogstijden. Ook daarbij worden feiten zodanig selectief gebracht dat de grens met fictie vaak moeilijk is te trekken, als de verhalen en nieuwsberichten al niet helemaal verzonnen worden. Het is een krachtig middel waarmee je het moraal van je eigen bevolking flink kunt opkrikken. Of het omgekeerde: de samenleving van je tegenstander kunt ontwrichten.
Ontwrichtende werking
Zeker als ontwrichtend middel is desinformatie super krachtig. Wanneer het gericht wordt ingezet, zal een deel van de bevolking de propaganda geloven. Zelfs als feiten het tegendeel laten zien. Ook op diegenen die minder sterk in de gepresenteerde desinformatie zelf geloven, kan het verspreiden ervan toch veel effect hebben. Al is het maar omdat ze door elkaar tegensprekende nieuwsberichten en andere informatie niet meer weten wie en wat ze mogen geloven. Burgers zullen dan dus ook betrouwbare bronnen gaan wantrouwen. Als je doel het ontwrichten van samenlevingen is, is dit effect voldoende.
Desinformatie is steeds moeilijker te herkennen
Desinformatie en fakenews zijn steeds moeilijker te herkennen. Des te meer omdat je door technologieën als ‘Deepfake video’ je eigen ogen en oren niet meer kunt vertrouwen. De snelle ontwikkeling en de lage kostprijs van die technologie biedt veel mogelijkheden aan diegenen die baat denken te hebben aan het verspreiden van desinformatie. Bovendien maken sociale media de massale verspreiding van al die in elkaar geknutselde berichten en informatie een fluitje van een cent.
Bestrijding door de Europese Unie
De strijd tegen desinformatie speelt zich voor een belangrijk deel af op hoog niveau. In 2018 kwam de Europese Unie met een actieplan bestaande uit vier pijlers:
- verbetering van de capaciteit om desinformatie op te sporen, te analyseren en aan het licht te brengen;
- versterking van de gecoördineerde en gezamenlijke respons, onder meer via een systeem voor snelle waarschuwingen;
- mobilisering van de particuliere sector bij de bestrijding van desinformatie;
- bewustmaking en versterking van de maatschappelijke veerkracht.
Bestrijding door de techbedrijven
Ook de grote techbedrijven zien inmiddels de noodzaak hun bijdrage aan de bestrijding van desinformatie te leveren. In oktober 2018 ondertekenden Facebook, Google, Twitter en Mozilla een praktijkcode (een zelfreguleringsinstrument), samen met de brancheorganisaties die onlineplatforms, de reclamesector en adverteerders vertegenwoordigen. In 2019 is ook Microsoft toegetreden. Maar iedereen die weleens op de kanalen van deze techgiganten komt, weet dat ze op dit gebied nog wel wat werk aan hun winkel hebben.
De gevaren van desinformatie voor gemeenten
Desinformatie kan veel impact hebben voor ambtenaren en bestuurders. Op de eerste plaats is het zaak je er zelf niet door te laten beïnvloeden en te zorgen dat je beleid maakt en beslissingen neemt op controleerbare feiten. Daarnaast kan het veel energie kosten om onware informatie weer recht te zetten. Bovendien kan het moeilijk worden je gewenste beleid uit te voeren, omdat er allemaal (onterechte) weerstand tegen ontstaat. Het allerbelangrijkste is echter nog dat desinformatie ervoor kan zorgen dat burgers je niet meer vertrouwen. En als dat vertrouwen eenmaal weg is, kun je dat heel lastig herstellen. Simpelweg omdat burgers dan alles wat je zegt, zullen betwijfelen.
3 belangrijke stappen tegen desinformatie
Als overheidsorganisatie is het belangrijk dat je je informatiebeveiliging op orde hebt. Voorkom dat jouw website, e-mail of social media gehackt worden en als medium worden misbruikt voor het verspreiden van desinformatie. Verder zijn je eigen gedrag en communicatie belangrijk. Deel niet zomaar allerlei berichten en druk medewerkers op het hart goed na te denken wat zij op hun accounts verspreiden. Verder kun je de volgende stappen nemen tegen desinformatie:
1. Waarmerking (signing) van documenten, kanalen en accounts
Door al je documenten, kanalen en accounts duidelijk en hetzelfde te waarmerken, weet de ontvanger dat de informatie die hij of zij ontvangt legitiem is. Het is een goed idee om voor veelgebruikte social media kanalen in ieder geval een account aan te maken dat duidelijk als van jouw organisatie te herkennen is. Ook als je verder niets met dat account doet. Een vals account van gemeente X op bijvoorbeeld YouTube, valt eerder door de mand als burgers ook een echt account van die gemeente X zien waarop echte gemeente-informatie staat of anders vermeld staat dat men YouTube niet gebruikt.
2. Duidelijke protocollen voor communicatie
Banken communiceren altijd dat zij via mail nooit om gegevens zullen vragen. Sterker nog, informatie, zelfs nieuwsbrieven, komt voornamelijk via hun bankenapps. Wees als gemeente ook selectief, helder en consequent in de kanalen die je gebruikt. Communiceer dat ook overal. De meest eenvoudige oplossing is bijvoorbeeld alleen MijnOverheid.nl gebruiken voor het versturen van documenten. Hierdoor zal er bij burgers eerder een belletje gaan rinkelen zodra er ‘rare berichten’ via andere kanalen komen.
3. Goede validatie en toegangsbeheer van je eigen databronnen
Door ‘vervuilde’ databases kun je ook zelf via je gewaarmerkte kanalen ongewild fakenews verspreiden. Dat kan ‘per ongeluk’ gebeuren als de data die je gebruikt in je berichten niet correct, actueel en volledig is door een slechte informatiehuishouding. Maar het kan ook gebeuren doordat kwaadwillenden je databases hebben gemanipuleerd. Zorg dus dat je informatieveiligheid, gegevensbeheer en toegangsbeheer op orde zijn.
Meer informatie over desinformatie en de bestrijding ervan?
Heb je vragen over desinformatie? Of wil je vrijblijvend van gedachten wisselen over hoe jouw organisatie de strijd met desinformatie het beste kan aangaan? Neem dan contact op met Dennis van der Valk: dennis.vandervalk@quarant.nl, of 06 225 481 01.
Wij delen kennis, tips en adviezen. Blijf op de hoogte.
Meld je aan voor de nieuwsbrief.
Of volg ons op LinkedIn.